Vervoersregels RVO hobbyfokkers

Er is een beleidswijziging aangebracht in de Transportverordening zoals die door Verburg in 2010 tot stand is gekomen.

Hobbyschapenhouders moesten in het verleden in veel gevallen voldoen aan de Transportverordening, waarin is geregeld dat je bv. een vergunning moet hebben om dieren van A naar B te rijden als dit een economisch karakter heeft.


Naar aanleiding van bezwaren van de hobbydierhouders is besloten dat bij hobbydiertransporten met een hobby-matig karakter alleen de basiseisen van artikel 3 van de Transportverordening, voor zover van toepassing, zullen worden gehandhaafd. De eisen uit artikel 3 zijn algemeen van aard zoals geschiktheid voor transport en stellen geen extra administratieve verplichtingen aan de transporteur.
Transporten naar een slachthuis vinden per definitie uit hoofde van een economische bedrijvigheid plaats en vallen hier dus niet onder. Op deze transporten is dus de Transportverordening onverkort van toepassing.


De uitwerking van de wijziging is voor ons hobbyschapenhouders als volgt:


1.Hobbydiertransporten met een hobbymatig karakter.

Schapen en geiten
In overleg met het Platform Kleinschalige Schapen- en Geitenhouderij (PKSG) is besloten nationale      transporten van maximaal 10 dieren te beschouwen als transporten met een hobbymatig karakter.


2.Hobbydiertransporten met een bedrijfsmatig karakter.

Bij vervoer met een bedrijfsmatig karakter zal de volledige Transport-verordening onverkort gehandhaafd worden.

Kort samengevat: voor een incidentele verkoop/verplaatsing van schapen naar iemand anders is er geen transportvergunning nodig. Wel als je een enkele of meerdere schapen naar het slachthuis brengt, dan is het bedrijfsmatig transport.